m. (-s), vogelsoort.
De braamsluiper (Sylvia curruca) behoort tot de familie van de zangers. Het is een kleine vogel met een blauwgrijze kop, een donkere oorstreek en witachtige onderdelen. Hij broedt bij voorkeur in dichte hagen of struiken in tuinen; zijn zang is een eentonig, klepperend geluid. De braamsluiper komt voor van West-Europa tot Centraal-Azië, en is in Nederland en België een vrij algemene broedvogel. Europese en Westaziatische vogels overwinteren in de Soedan, Ethiopië en Arabië.
LITT. A. Siefke, Dornund Zaungrasmücke.