m. (-sen), aalachtige slijmvis.
De botervis (Pholis gunellus), behoort tot de ca. twaalf soorten omvattende botervissen (Pholidae), een familie der baarsachtigen (Perciformes), die de noordelijke gematigde en koude kustzeeën bewoont. De botervis is vrij algemeen in de Waddenzee en de Zeeuwse en Vlaamse wateren, bereikt een lengte tot 30 cm, en eet kleine bodemdieren. De vis is langgerekt met zwarte oogvlekken langs de basis van de rugvin (soms onduidelijk).
