Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-06-2019

Borstelen

betekenis & definitie

(borstelde, heeft geborsteld)

I. overg.,
1. met een borstel reinigen of gladstrijken, -wrijven; schuieren: zijn haar borstelen; (weverij) de haartjes van het laken zoveel mogelijk in dezelfde richting strijken, het opmaken door middel van borsteltrommels; iemand afborstelen; (ook) hem geducht de waarheid zeggen, uitschelden (meer gewoon: de mantel uitvegen)-,
2. (schildersterm) op forse wijze schilderen;

II. onoverg.,

(van haren) steil overeind staan of gaan staan.

< >