Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-06-2019

Borret

betekenis & definitie

Theodorus Josephus Hubertus, Ned. rooms-katholiek geestelijke, *18.4.1812 ’s-Hertogenbosch, ♱7.8.1890 Bergen (N.H.); Borret stamde uit een patricische familie. Hij studeerde theologie te Rome en ontving daar ook de priesterwijding (1836).

Hij was hoogleraar aan het groot-seminarie te Warmond (1837—54), pastoor te Vogelenzang (1854-86), tevens deken van Noordwijk (1858— 70). Met zijn door zijn afkomst bepaalde levensstijl verkeerde deze ‘ultramontaanse irenicus’ gemakkelijk in de hoogste (ook niet-katholieke) kringen.

Borret had ook vele wetenschappelijke relaties, zoals o.m. bleek uit zijn benoeming tot lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen (1865). Mede door dit afwijkende optreden werd hij meermalen gepasseerd voor een bisschopsbenoeming.

Hij was medeoprichter van De Katholiek (1842), waarin hij veelvuldig publiceerde. litt. L.J.Rogier, Kath. herleving (1956).

< >