een koele, droge klimaatfase (ca. 7700-5800 v. C.) in het Holoceen.
Tijdens het Boreaal werd het geleidelijk warmer en trad een versnelde afsmelting van het landijs op (zie Flandrische transgressie).In West- en Midden-Europa overheersten aanvankelijk den en hazelaar, maar geleidelijk aan kwamen er meer hazelaars (‘hazelaarbostijd’). Naarmate de periode vorderde, kwamen de linde, es en els aan bod.