(Böttcher, Böttiger), Johann Friedrich, Duits alchemist, *4.2.1682 Schleiz, ♱13.3.1719 Dresden. Böttger raakte als alchemist te Dresden in verzekerde bewaring omdat hij de steen der wijzen zou hebben gevonden.
Nadat dit onjuist bleek, liet men hem met rust. Toen de graaf van Tschirnhausen, die een aardewerkfabriek had opgericht, op de ervaring van Böttger een beroep deed, slaagde deze erin niet alleen allerlei aardewerksoorten te verbeteren, maar ook een middel te vinden om van een in de omgeving van Meissen voorkomende leemsoort werkelijk porselein te vervaardigen; in 1708—09 vond hij, dank zij de vondst van kaolien, het Europese witte porselein uit.
Hij slaagde erin rood steengoed te vervaardigen. In 1710 stichtte hij de porseleinfabriek te Meissen.
LITT. C.Reinhardt, Tschirnhaus oder Böttger? (1912); E.Kalkschmidt, Der Goldmacher J.F. Böttcher (1929); M.Penkala, European porcelain (1947).