Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 30-05-2019

Bliek

betekenis & definitie

bliek, m. (-en),

1. gangbare naam voor brasem; minder gangbaar voor kolblei;
2. gebruikelijke naam voor jonge haring, afkorting voor zeebliek: een bliekje werpen om een snoek te vangen, zich een geringe opoffering getroosten om iets van waarde te verkrijgen;
3. spot.

< >