Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 14-03-2019

Beschikkingsbevoegdheid

betekenis & definitie

v. (-heden), recht om over een goed te beschikken, daarvan het volle genot te hebben.

Dit recht komt in principe alleen toe aan de eigenaar. Hij kan echter door een beschikkingshandeling deze bevoegdheid aan een ander overdragen: bij roerend goed door verlening van pandrecht, bij onroerend goed door verlening van hypotheekrecht. De beschikkingsbevoegdheid kan hem voorts ook worden afgenomen bij een op het voorwerp van eigendom gelegd beslag. Beschikkingsbevoegd zijn dus, behalve de eigenaar, ook de pandhouder, de hypotheekhouder (beiden, indien de verplichtingen, tot zekerheid waarvan deze rechten zijn verleend, niet worden nagekomen), alsmede de beslaglegger in geval van een executoriaal beslag of na vanwaardeverklaring van een conservatoir beslag.

< >