(berustte, heeft berust),
1. in bezit of bewaring zijn van: deze papieren berusten onder of bij mij;
2. steunen (op): die verdenking berust niet op losse gronden;
3. in het onvermijdelijke berusten, zich erin schikken; in een zaak, een toestand berusten, geen moeite meer doen om die te veranderen; in een vonnis berusten, door verklaring of daad afstand doen van tegen het vonnis openstaande rechtsmiddelen (b.v. hoger beroep).