bn. (-er, -st),
1. benauwd, benard, beklemd; niet vrijmoedig; meteen stemmetje, verlegen, niet helder; een benepen gezicht zetten, van angst weggetrokken; er benepen uitzien, bleek, minnetjes;
2. eng, bekrompen.
Gepubliceerd op 09-03-2019
betekenis & definitie
bn. (-er, -st),
1. benauwd, benard, beklemd; niet vrijmoedig; meteen stemmetje, verlegen, niet helder; een benepen gezicht zetten, van angst weggetrokken; er benepen uitzien, bleek, minnetjes;
2. eng, bekrompen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: