o.,
1. het samenhangend geheel van beslissingen tot handelen, het resultaat van het tegen elkaar afwegen van normatieve en feitelijke gegevens: ’slands beleid; het beleid van de regering, van het kabinet; het beleid inzake het woningvraagstuk;
2. overleg, bedachtzaamheid: met beleid te werk gaan; voor moed, beleid en trouw, devies en opschrift van het kruis der Militaire Willemsorde.
Men zou beleid planmatige, weloverwogen machtshantering kunnen noemen, waarbij het erom gaat met bepaalde middelen bepaalde doeleinden te verwezenlijken. Doorgaans zijn de middelen beperkt (financiën, mankracht, capaciteit e.d.), en zullen bij de keuze van de middelen bepaalde belangen tegen elkaar afgewogen moeten worden. Hoewel beleid dikwijls als overheidsbeleid gezien wordt, is het in principe voor elk individu en voor elke organisatie mogelijk een bepaald beleid te voeren. De toenemende complexiteit van de samenleving maakt niet alleen de aanwezigheid van een bepaald beleid noodzakelijk terwille van de continuiteit en de voorspelbaarheid van de ontwikkelingen, maar bovendien moet beleid veel meer dan voorheen op een wetenschappelijk fundament gebaseerd zijn. Ook het wetenschappelijk onderzoek naar gevoerd beleid, dat doorgaans een evaluerend karakter heeft, is sedert de jaren zestig van groot praktisch en theoretisch belang geworden (zie beleidsanalyse).
De termen beleid (Eng. policy) en politiek (Eng. politics) worden dikwijls door elkaar gebruikt. Niettemin kan men een onderscheid tussen de twee aanbrengen, omdat het bij politiek gaat om het totaal van overheidshandelingen. Hierbij spelen zowel de totstandkoming als de resultaten van deze handelingen (in de ruimste zin des woords, dus inclusief de doelstellingen) een rol. Beleid heeft daarentegen slechts betrekking op de middelen die nodig zijn om zekere doelstellingen te bereiken, en is ook op nietoverheidshandelen van toepassing, zie besluitvorming.
LITT. H.D.Lasswell en A.Kaplan, Power and society (1950); J.Niezing, Functies der sociologie (1962); P.Valkenburgh, Inl. tot de politicologie (1968); A.Hoogerwerf en H.J.Aquina, Wetenschapsbeleid in opbouw (1971); A.Hoogerwerf (red.), Beleid belicht (1972);P.van Daalen, Bestuur voor mensen (1973); G.Kuypers, Grondbegrippen van politiek (1973).