o. (g. mv.),
1. het in stand houden of in stand blijven van iets: het behoud van de godsdienst; wet van het behoud van energie, wet die leert dat geen arbeidsvermogen kan worden vernietigd of uit niets ontstaan;
2. het in stand houden of blijven van iemands leven of welzijn, redding: zijn behoud in de vlucht zoeken; die vergissing was zijn behoud, daaraan had hij zijn redding te danken.