Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Beenmergontsteking

betekenis & definitie

v. (-en), ontsteking van het beenmerg, die acuut kan optreden na bloedvergiftiging.

Bij beenmergontsteking, osteomyelitis, raakt het beenmerg, later ook het beenweefsel, ontstoken en wordt necrotisch (zie necrose). Het dode bot vormt kleinere en grotere sequesters die stukje voor stukje via een of meer fistels naar buiten komen. Grotere sequesters moeten vaak chirurgisch verwijderd worden. De beenmergontsteking heeft dan dus al een chronische vorm aangenomen. Het is vooral een kinderziekte die soms op een gewricht overgaat (pyarthiros). De behandeling bestaat bij de acute vorm uit toedienen van hoge doses antibiotica, bij de chronische vorm uit chirurgisch ingrijpen.

De abcesholte wordt zo goed mogelijk opengelegd en gereinigd, en dode stukken beenweefsel worden verwijderd. Zonodig kan later beentransplantatie toegepast worden. De chronische ettering kan tot amyloïdose leiden. Een aparte vorm van beenmergontsteking is het brodie-abces in de kop van het scheenbeen. Meestal zijn de verwekkers banale bacteriesoorten, maar een tuberculeuze vorm van beenmergontsteking komt ook voor.

< >