Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Beenmerg

betekenis & definitie

o., de zachte stof die zich in de beenderen bevindt.

Beenmerg is het in holten van het beenweefsel gelegen weefsel, dat een deel van de elementen van het bloed levert, nl. de rode bloedlichaampjes (erytrocyten), de gekorrelde witte bloedcellen (leukocyten), en de bloedplaatjes (trombocyten). Er is geen functionele samenhang bekend tussen het beenmerg en het omgevende beenweefsel. Het beenmerg is een specialisatie van bindweefsel, een ijl netwerk van dubbele vezels, waartussen grote cellen liggen, die de moedercellen zijn van genoemde bloedcellen.

Waarschijnlijk ontwikkelen zich alle typen bloedcellen uit één stamceltype. Wanneer nieuwe bloedcellen aangemaakt worden, delen de moedercellen zich. Een deel hiervan houdt zijn oorspronkelijke vorm, een ander deel ontwikkelt zich tot bloedcellen. De aanstaande rode bloedlichaampjes vormen bloedkleurstof (hemoglobine) in het celplasma en de celkern wordt uitgestoten; vandaar dat men niet meer spreekt van rode bloedcellen maar van rode bloedlichaampjes. In ziekelijke omstandigheden kunnen zij al in het circulerende bloed komen voordat zij ‘rijp’ zijn, dus met onvoldoende bloedkleurstof, of met een kern.

De rijping van de witte bloedcellen bestaat uit het optreden van korrels in het celplasma. De celkern wordt niet uitgestoten, maar wordt gaandeweg meer gelobd, zodat het percentage witte bloedcellen met weinig lobben aan de kern een aanwijzing is omtrent de ‘jeugdigheid’ van de witte bloedcellen in het bloed.

Verder vindt men in het beenmerg zeer grote cellen, met meer dan één kern, de zgn. megakaryocyten. Deze snoeren kleine deeltjes van hun celplasma af, die in het bloed als zgn. bloedplaatjes herkenbaar zijn. Zij spelen een rol bij de bloedstolling.

Bij het ouder-worden gaat een deel van het rode beenmerg over in geel beenmerg, waarbij de bloedvormende functie vermindert en er vetcellen optreden in het beenmerg. Het vermogen tot vorming van bloedlichaampjes kan onder bijzondere omstandigheden terugkeren. Dit gele beenmerg vindt men bij volwassenen vooral in het midden van de pijpbeenderen. In de uiteinden van deze beenderen en in andere botten is geen mergholte, maar is het beenweefsel sponsachtig. In de holten van dit sponsachtige weefsel vindt men beenmerg dat tijdens het volwassen leven rood blijft en voor de bloedvorming zorgt. Tenslotte kan het gele beenmerg bij zeer oude mensen zijn vetcellen verliezen, die dan vervangen worden door bindweefsel, zodat het overgaat in het grijze beenmerg. Zie beenmergpunctie.