Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Averechts

betekenis & definitie

I. bw. van wijze,

1. achterstevoren, ondersteboven of binnenste buiten; in omgekeerde richting: Averechts op een stoel zitten; een boek Averechts lezen, van achter naar voren; zijn kousen Averechts aantrekken;
2. rechts en Averechts breien, met de draad resp. achter en voor de steken (in deze betekenis ook averecht); één rechts, één Averechts;
3. onoordeelkundig, onverstandig, geheel verkeerd: Averechts oordelen; anders dan men gehoopt had: het valt Averechts uit; anders dan in de bedoeling lag (verkeerd of ongunstig): mijn stilzwijgen werd Averechts opgenomen, werd verkeerd uitgelegd of werd mij ten kwade geduid.

II. bn.,

1. omgekeerd, achterste voren, binnenste buiten of anderszins verkeerd geplaatst; de averechtse kant, de keerzijde;
2. andersom ingestoken: een averechtse steek; averechtse toeren;
3. niet zodanig als vereist is: een averechtse beloning, straf of ondank in plaats van beloning;
4. onjuist: averechtse begrippen over schilderkunst;
5. misplaatst: averechtse zuinigheid; een averechtse uitwerking hebben, net verkeerd werken;
6. zedelijk af te keuren, slecht: door averechtse middelen zijn doel bereiken.