Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Afdraaien

betekenis & definitie

af'draaien (draaide af, heeft en is afgedraaid),

1. een zijwaartse richting nemen; hier draait men rechtsaf;
2. door draaien van iets anders verwijderen: zij draaide het hoofd af; ook wederk.: ik draaide mij van hem af;
3. door draaien afscheiden: een moer afdraaien;
4. de deur afdraaien, ze afsluiten door het omdraaien van de sleutel; de kraan, het gas afdraaien, afsluiten;
5. biljartballen afdraaien, ontdoen van delen die moeten worden weggenomen om ze hun zuivere vorm te geven;
6. op de draaibank afwerken;
7. vlaszaad afdraaien, door draaien van het kaf zuiveren;
8. door draaien vertonen: een film afdraaien; door draaien ten gehore brengen: een plaat afdraaien, op een grammofoon doen afspelen; zijn les afdraaien, opdreunen, opzeggen.