Wat is de betekenis van Afdraaien?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

afdraaien

(1927) (Barg.) hard werken. Vooral in de verbindingen 'hem afdraaien', 'zijn piet afdraaien'. Vgl. zijn kloten* afdraaien. • Afdraaien (hem): hard werken (zijne piet -: labeuren) (Tijdschrift voor Neder-landse Taal- en Letterkunde. Jaargang 46. 1927: Bargoensch uit het begin van de twintigste eeuw)

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afdraaien

afdraaien - Werkwoord Woordherkomst samenstelling van af en draaien Synoniemen [1] verwijderen, losmaken [2] afspelen Antoniemen [3] sluiten

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afdraaien

afdraaien - regelmatig werkwoord uitspraak: af-draai-en 1. de knop omzetten zodat het niet meer werkt ♢ wil je wel het gas afdraaien als je klaar bent? 2. naar een andere kant draaien ♢ boos dra...

2024-04-25
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Afdraaien

Afdraaien - een voordracht of toespraak houden. Vb.: Hij moet afdraaien.

2024-04-25
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

afdraaien

Van een kleur: de hoge of vrije kaarten van een kleur achter elkaar incasseren.

2024-04-25
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

afdraaien

zie snaar.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afdraaien

(draaide af, heeft en is afgedraaid), 1. een zijwaartse richting nemen: hier draait men rechts af; de weg draait hier af; 2. door draaien van iets anders verwijderen: draai de gasarm wat van de muur af; — zij draaide het hoofd af; ook wederk.: ik draaide mij van hem af; — de brug af draaien, do...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afdraaien

draaide af, heeft afgedraaid: 1. door draaien iets van iets anders verwijderen: het hoofd afdraaien; 2. van een deuntje op een orgel: laten horen: de cavalleria afdraaien; 3. v. e. gramophoonplaat: laten aflopen: een nieuwe plaat afdraaien; 4. v. e. film: vertonen: een film afdraaien; 5. ongunstig: opdreunen: zijn les afdraaien.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afdraaien

('av) (draaide af, afgedraaid) I. (heeft) 1 door draaien scheiden : de knop van een rotting -; een vogel de kop -. 2. afkeren, doch gemeenzamer : het hootd -. 3. door het omdraaien van de sleutel afsluiten : de deur -. 4. op de draaibank afwerken : zijn de ballen ai gedraaid? 5. door draaien ten gehore brengen : een orgeldeuntje, een gramm...