af'daling, v. (-en), het afdalen; (skisport) wedstrijd waarbij een uitgezocht traject in de kortst mogelijke tijd moet worden afgelegd; (godsdienstwetenschap) het zeer tijdelijk op aarde afdalen van goddelijke wezens in een dieren- of mensengestalte .
De afdaling geschiedde om een bepaald werk te doen (avatara). Als zodanig is de term te onder- scheiden van incarnatie, waarbij men doorgaans denkt aan mensengestalte en langdurigheid.