Aerschot (Bert)

betekenis & definitie

Aerschot (Bert) - Aerschot, Bert Jules van, Vlaams schrijver, *3.3. 1917 Lier. Van Aerschot studeerde aan de Akademie te Antwerpen, was een tijdlang kunstschilder en werkzaam in het bouwbedrijf. Hij is sedert 1958 verbonden aan de tv en cultureel medewerker van de BRT in Antwerpen. Hij is een tot introspectie en moralisatie neigend auteur van romans en novellen, die met een existentieel-filosofische, vitalistische of naturalistische achtergrond (al deze kwalificaties werden gebruikt) in een aanvankelijk brutale, later mildere taal en met een suggestieve, gebalde stijl de positie van de mens en zijn mogelijke integratie in de wereld tracht te belichten. Werken: romans: De kleine wereld (1942), Bittere wijn (1954), De vrouwen (1956), Einde van een reis (1959), De gebroeders (1961), Kinderen van Atlas (1962), De dochters van Delphi (1965), De nacht van Icarus (1965), De kartonnen stad (1966), Endymion en Selene (1968); novellen (bundels): Ik leefde gisteren (1952), Aleida zonder zwaan (1966), De priesteres (1969); toneel: Homo sum (1969), De N.V. loopt gesmeerd (1969).