Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

remonte

betekenis & definitie

herstel na een inzinking of zwakke periode, wederopstanding (in figuurlijke zin)

uitspraak
[ruh-mon-tuh]

citaat
“Met een volley op aangeven van Neymar diep in blessuretijd tekende invaller Sergi Roberto voor 6-1. Dat was precies genoeg na het 4-0-verlies in Parijs drie weken eerder. Het was een remonte die nog nooit eerder is vertoond in het Europese clubvoetbal.”
Bron: Een ontsnapping als van Barcelona tegen PSG is in het Europese clubvoetbal nog nooit vertoond (Bart Vlietstra, de Volkskrant, 8 maart 2017)

woordfeit
Remonte is een Frans leenwoord; het is afgeleid van het werkwoord remonter, dat ‘weer opklimmen, opnieuw beklimmen’ betekent, en ook wel ‘te paard stijgen’. Dat werkwoord bestaat uit re- ‘weer, opnieuw’ en monter ‘omhooggaan, (be)stijgen’, dat weer teruggaat op het Latijnse mons ‘berg’.
De oudste in het Nederlands bekende betekenis van remonte komt uit het leger. Een boek uit 1922, Wetenswaardig allerlei van T. Pluim, schrijft daarover: “Daar bij de bereden troepen jaarlijks een zeker aantal paarden, als niet langer voor den dienst geschikt, moet worden afgedankt, dient er voor nieuwen toevoer gezorgd te worden. Deze nieuwe aanvoer heet remonte (men klimt als ’t ware weer tot het benoodigde getal op) (...).”
Later kreeg remonte in sportcontexten een andere figuurlijke betekenis, namelijk ‘wederopstanding’, ‘herstel (na een inzinking)’.