Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

IMAGO

betekenis & definitie

UIT:
Gods hobby (Koos Dijksterhuis, Trouw, 29 juni 2009)

CONTEXT:
Lieveheersbeestjes eten bladluizen. De larven van lieveheersbeestjes eten nog veel meer bladluizen. Van veel insecten zijn de larven vraatzuchtiger zijn dan de IMAGO'S. Rupsjes-nooit-genoeg.

:
ontwikkeld insect

UITSPRAAK:
[ie-ma-go]

WOORDFEIT:
Het Latijnse imago betekende 'beeld', 'afbeelding' en later 'gedaante, verschijning'. In de negentiende eeuw raakte het woord als biologische term in gebruik: de imago is, in tegenstelling tot een larve en een pop, een volledig ontwikkeld insect. De psychologische betekenissen 'geïdealiseerd beeld' en 'image' (waarbij het lidwoord het hoort) zijn pas in de twintigste eeuw ontstaan.