Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

bookmaker

betekenis & definitie

betekenis
persoon bij wie je weddenschappen afsluit

uitspraak
[boek-mee-kuhr]

citaat
"Zweden blijft bovenaan staan bij de bookmaker. De ranglijst kan na de tweede halve finale van donderdagavond overigens nog flink wijzigen."
Bron: Songfestival: The Common Linnets nu in top 3 bij bookmaker (ANP, Z24, 8 mei 2014)

woordfeit
Al in de negentiende eeuw is het woord bookmaker vanuit het Engels in het Nederlands terechtgekomen. Destijds was het vooral een term uit de paardensport. Een bookmaker hield bij wie in een bepaalde wedstrijd op welk paard wedde, inde het geld en keerde het prijzengeld uit. En dat doen bookmakers (personen of kantoren) nog steeds: ze organiseren weddenschappen, bij paardenrennen en andere sporten, maar bijvoorbeeld ook rond het Eurovisiesongfestival.
Met book is het (notitie)boek bedoeld waarin de bookmaker de weddenschappen bijhoudt. Het al veel langer bestaande bookmaker betekende van oorsprong 'uitgever, drukker', een 'boekenmaker' dus.