Gepubliceerd op 05-06-2021

Streekplan

betekenis & definitie

o. (-nen), uitgewerkt schema van de ruimtelijke ordening van een gebied dat groter is dan een gemeente.

© In Nederland geeft een streekplan voor de gehele provincie of een deel daarvan de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling in hoofdlijnen aan. Het is het belangrijkste instrument van provinciaal ruimtelijk beleid. Een streekplan bestaat uit:

1. een beschrijving van de meest gewenste ruimtelijke ontwikkeling in hoofdlijnen en, voorzover nodig, van de fasen waarin die ontwikkeling zich zou moeten of kunnen voltrekken;
2. een of meer kaarten met verklaring waarin deze hoofdlijnen voorzover mogelijk in beeld zijn gebracht en gaat vergezeld van;
3. een toelichting, waarin de aan het plan ten grondslag liggende gedachten en de uitkomsten van onderzoek en overleg zijn neergelegd.

Bij een streekplan kan worden bepaald dat Gedeputeerde Staten (GS), binnen door het plan gegeven regels, bevoegd zijn het plan nader uit te werken of van het plan af te wijken. Een streekplan moet tenminste eenmaal in de tien jaar worden herzien. Een streekplan is naar zijn aard globaal en heeft een sterk programmatisch karakter. Het vormt de basis voor het goedkeuringsbeleid over bestemmingsplannen en voor het geven van aanwijzingen door GS. Daarom dient een streekplan ondanks het globale karakter zo duidelijk mogelijk te zijn, opdat gemeentebesturen bij het opstellen van gemeentelijke planologische maatregelen weten, welke visie de provincie op de ontwikkeling van de in die streek gelegen gemeenten heeft en/of en in welke mate in die visie nog afwijkingen mogelijk zijn. In dit verband is de formulering van de uitwerkings- en vooral van de afwijkingsbevoegdheid in het streekplan van groot belang.

Het maken van een streekplan is niet verplicht.

De Kroon kan echter het provinciaal bestuur wel een dergelijke verplichting opleggen en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiëne kan aanwijzingen geven over de inhoud van het streekplan. De praktijk geeft in de verschillende provincies een grote verscheidenheid in aantal en opzet van de streekplannen te zien. Zo kent Friesland één streekplan voor de gehele provincie met voor het landelijk gebied acht gedifferentieerde aanduidingen, terwijl Zeeland vier streekplannen heeft waarvan in het streekplan Midden-Zeèland voor het landelijk gebied slechts één aanduiding voorkomt met globale indicaties voor recreatie en natuurbehoud.

In België moet een streekplan volgens de Belg. wet betreffende de Ruimtelijke Ordening en de Stedebouw van 1962 worden opgesteld door de rijksoverheid. Een streekplan is een plan van aanleg met verordenende kracht dat de ruimtelijke ordening bepaalt van een deel van het nationaal grondgebied dat een samenhangend geheel uitmaakt en op demografisch, sociaal en economisch vlak eigen kenmerken vertoont. Een streekplan wordt bij KB vastgesteld. In 1976 werden bij KB zeven streken vastgelegd waarvoor streekplannen moeten worden opgesteld, nl. Brussel, Wallonië, Vlaams-Brabant en de vier overige Vlaamse provincies. Na de staatshervorming van 1980 is de ruimtelijke ordening een gewestelijke materie; het ziet er niet naar uit dat de opstelling van streekplannen nog ooit doorgang zal vinden.

< >