(demedikalisering), v., het verminderen van de invloed van de geneeskunde als reactie op een overmedicalisering van de samenleving.
© Demedicalisering reageert o.a. tegen de steeds uitgebreidere betekenis die men geeft aan de termen ziekte en gezondheid, de steeds sterkere macht van de medische branche, de hoge en snel stijgende groei van de medische kosten en gezondheidskosten, de toenemende politieke en wetgevende energie die geïnvesteerd wordt in gezondheids- en ziekteproblemen en het grote aantal jongeren dat een medische opleiding kiest. Facetten van demedicalisering zijn o.a. de pogingen om zwangerschap uit de sfeer van het ziek-zijn te halen en om homofilie niet langer als een medische afwijking te zien, de inspanningen om de relatie arts-patiënt persoonlijker te maken, het ontstaan en de werking van talrijke zelfhulpgroepen, de institutionalisering van een preventieve geneeskunde en het ondernemen van nietmedische hervormingen ter bevordering van de gezondheid (verbetering van het vervoer, het aanbod van gezonde ontspanningsmogelijkheden enz.).