Gepubliceerd op 05-06-2021

Belasting

betekenis & definitie

v. (-en), 3. verplichte bijdrage tot de algemene geldmiddelen.

© In 1980 werd in België het strafrecht op fiscaal gebied ingevoerd. De wet van 8.8.1980 betreffende de begrotingsvoorstellen 1979-80 vertrouwde de strafvordering inzake fiscale misdrijven aan het openbaar ministerie toe. Vanaf 1.11.1980 oefende de procureur des konings het vervolgingsrecht uit, dat sedert de wet van 31.12.1925 door de verschillende besturen was uitgeoefend. De herstelwet van 10.2.1981 inzake de strafrechtelijke beteugeling van de belastingontduiking had niet alleen de wettelijke bepalingen inzake fiscale fraude aangevuld, maar ook een fiscaal strafwetboek in het leven geroepen. Belastingontduiking werd aan de administratieve sfeer onttrokken en behoorde vanaf die tijd tot het gewone domein van parket, rechtbanken en hoven.

De wetgever gaat ervan uit dat alle fiscale inbreuken strafrechtelijk moeten worden beteugeld wanneer zij gepleegd zijn met bedrieglijke opzet of met het oogmerk om te schaden. Bovendien moeten de algemene beginselen van het strafrecht worden toegepast op de fiscale misdrijven, behoudens de beperkend opgesomde uitzonderingen.

De nieuwe beginselen van het fiscale strafrecht zijn van toepassing voor het wetboek van inkomstenbelastingen, het wetboek van de met de inkomsten gelijkgestelde belastingen, het wetboek van de belastingen over de toegevoegde waarde, het wetboek van de met het zegel gelijkgestelde taksen, het wetboek van de registratie-, hypotheek- en griffierechten, het wetboek van de successierechten en het wetboek van de zegelrechten. De misdrijven worden ingedeeld in vier groepen:

1. overtredingen van de fiscale wetten of van de ter uitvoering van die wetten genomen besluiten;
2. valsheid in geschrifte en valse getuigschriften;
3. overtredingen in verband met de uitoefening van de opsporingsbevoegdheid die aan het bestuur wordt toegekend; 4. overtredingen in verband met het verbod om een beroep uit te oefenen of in verband met de sluiting van ondernemingen.

Het betrokken bestuur blijft bevoegd om over administratieve geldboetes te beslissen. Administratieve sancties belopen tot het drievoud van de verschuldigde belasting en boetes gaan van BF200 tot 10000.

Een andere vernieuwing in verband met de belastingen is van communautaire aard. Ingevolge de wet van 9.8.1980 mogen de gemeenschappen vanaf 1.1.1982 zelf belastingen heffen. De opbrengsten komen toe aan de Vlaamse gemeenschap resp. aan het Waalse gewest.

Medio 1983 ontstond politieke beroering over het regeringsvoorstel, de rentebetalingen alleen nog te belasten met de roerende voorheffing en een ‘fiscale amnestie’ af te kondigen voor zwart geld mits dit in bepaalde sectoren (o.a. de bouwnijverheid) zou worden belegd.