Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Wibocri

betekenis & definitie

Wibocri - acroniem van witteboordencriminaliteit. Deze informele term werd op 10 november 1985 geïntroduceerd door Van Kooten en De Bie. De Bie vertolkte toen in een van hun satirische tv-programma’s de rol van directeur van het alternatieve huis van bewaring Eikelglans, waar criminele nette mannen hun straf en heropvoeding ondergingen. Wibocri lag een paar maanden op ieders lippen, om daarna snel te verdwijnen. In het midden van de jaren negentig was het woord opeens terug. Van Kooten en De Bie zijn de bedenkers van meer neologismen, waaronder doemdenken; Jacobse en Van Es; krasse knar; nieuw flinks; oudere jongere.

Het is heel waarschijnlijk dat het begrip ‘wibocri’ net zo’n normale plaats in het Nederlands taalgebruik zal krijgen als het woord vertrossing. Het enige verwarrende van wibocri is, dat er een voornaam in lijkt schuil te gaan van een personage dat niets te maken heeft met hetgeen er mee wordt aangegeven (de belastingaffaire met staatssecretaris Koning even daargelaten). Wibocri is een afkorting van witte boorden criminaliteit en werd gisteravond geïntroduceerd door Kees van Kooten en Wim de Bie in het enige behoorlijke satirische programma dat de Nederlandse televisie kent. En daarbij is het niet de bedoeling dat deze appreciatie wordt opgevat a la in het land der blinden, want daarvoor is het niveau van Van Kooten en De Bie te hoog. NRC Handelsblad, 11-11-85