Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Smoel

betekenis & definitie

Smoel - informeel voor ‘eigen gezicht, karakter; markante identiteit; herkenbare persoonlijkheid’. Vaak in verbindingen als smoel hebben; smoel geven. Oorspronkelijk Delfts studentenslang, maar sinds het einde van de jaren tachtig ruimer verspreid.

Toen ik bij de KRO werkte had Brandpunt nog een smoel. Elsevier, 06-04-91

Waarom Gazet van Antwerpen geen smoel meer heeft. De Morgen, 24-05-97

Daniëlle Kwaaitaal en Micha Klein hebben wél een hoger doel: ‘De house-generatie een smoel geven’. Vrij Nederland, 19-07-97