Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 19-06-2017

Ramkraker

betekenis & definitie

Ramkraker - iemand die een ramkraak pleegt. Informeel.

In de fotozaak Sohl aan de Kerkstraat 34 in Hamont-Achel, maakte de ramkraker vijftien fototoestellen buit. De Standaard, 09-09-92

De vader van de dader verklaarde aan de rijkswacht dat zijn zoon dacht dat er ramkrakers (die met een wagen een uitstalraam of deur inbeuken) aan het werk waren omdat ze zoveel lawaai maakten. De Morgen, 23-03-93

Ramkraker. Bankovervallers opereren steeds vaker volgens de zogenaamde ‘ramkraak’-methode: met een zwaar voertuig door de gevel of een zijmuur naar binnen rijden en het geld grijpen. De eerste ‘ramkrakers’ konden makkelijk gepakt worden omdat ze de shovel, dragline of stoomwals waarmee ze het gebouw geramd hadden, ook als vluchtvoertuig gebruikten. De professionele ‘ramkraker’ zorgt dat daarvoor een sneller voertuig klaarstaat. Ook wel: drive-in-kraker. Jan Kuitenbrouwer: Hedenlands, 1996