Off-day - (Eng.), ongeluksdag; dag dat alles tegenzit.
Off-day (bedorven dag) rotdag, dag waarop het allemaal niet lopen wil. Liesbetk Koenen en Rik Smits: Peptalk, 1992
Onze verdediging had een complete off-day. Nieuwe Revu, 10-12-97
Fredje had geen off-day maar nam een off-jaar, en we begrijpen het best. De Morgen, 27-12-97
Ze beaamde mijn bevindingen, maar vertelde dat de keuken een enorme offday had: zo’n dag dat alles wat mis kan gaan ook echt mis gaat. Nieuwe Revu, 14-10-98