Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 15-06-2017

Mantelzorg

betekenis & definitie

Mantelzorg - hulp, verleend aan zieken, bejaarden enz. door personen uit de kennissenkring. Dit woord wordt natuurlijk vooral gebruikt in de gezondheidszorg, maar in politieke kringen hoort men het ook wel eens gebruiken m.b.t. de taken van sommige beleidsterreinen.

Mantelzorg: Weer zo’n stukje zachte-sector-jargon waarmee bedoeld wordt dat mensen elkaar meer moeten helpen bij ziekte of dood of andere nood. Burenhulp dus eigenlijk, maar waarom zégt u dat dan niet, zodat iedereen begrijpt waar ’t over gaat. Hans Ferrée: Het trendletter ABC, 1983

Mantelzorg. In de serie ‘Het gezin als hoeksteen van de samenleving' wordt met dit begrip bedoeld: de hulp van buren, familie, vrienden en bekenden. In verband met bezuinigingen op de volksgezond heid en de maatschappelijke dienstverlening (o.a. gezinszorg) kent het kabinet-Lubbers een grotere rol toe aan de mantelzorg. Marco Bunge: Politiek woordenboek, 1983

In de tweede plaats zijn er anno 1994 in Nederland naar verhouding nog erg veel mensen die de tijd, conditie en mogelijkheden hebben om ‘mantelzorg’ te verschaffen: een hele generatie vrouwen van middelbare leeftijd die nooit een betaalde baan hebben gehad en langzamerhand ‘uit de kinderen’ raken. Elsevier, 08-10-94

De gemeente Utrecht wil een experiment starten waarbij bijstandsgerechtigden die mantelzorg verrichten niet meer verplicht zijn te solliciteren. Opzij, februari 1997

Hoe denkt de minister ooit te weten of alleen de onterechte zorgvraag geremd is? Natuurlijk kan er altijd een beroep op de mantelzorg - partner, kinderen, buren - worden gedaan, maar hoe groot is dat beroep reeds? Elsevier, 01-03-97