Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 13-06-2017

High-tech; hi-tech

betekenis & definitie

High-tech; hi-tech - (Eng. high technology), geavanceerde technologie; uiterst moderne technologie. De term ontstond eind jaren zeventig, toen elektronica werd toegepast op consumptiegoederen en bij het inrichten van huizen.

Stop daarom Uw spaar- of geleende centen in de elektronische industrie, geef het aan de mensen van de ‘high tech’... Oor, 14-11-87

Hoog in de toptien van jong overleden begrippen: hightech. En terecht, want met hoog ontwikkelde technologie had hightech nauwelijks te maken. Hightech betekende vooral ‘zichtbare’ techniek: lampen met blote bedrading, kasten zonder wanden, en natuurlijk het schoolvoorbeeld van hightech: het Parijse Centre Pompidou. NRC Handelsblad, 25-04-97

als bijvoeglijk naamwoord: gebruikmakend van high-tech.

... een kil, van staal en plastic opgetrokken ‘hi-tech’ paleis. Popfoto, januari 1988

De roodgrijze kleurencombinatie van de verpakking en de vijf parallelle groeven in de vlakke fles stralen een high-tech sfeer uit. Avenue, november 1988

Het mist niet de lelijkheid van de universitaire revolutiebouw van de jaren zeventig, het is een strak en saai gebouw, maar heeft ook een hi-tech uitstraling van de jaren tachtig. Natuur & Techniek, juli 1989