(Lat. gustus), in Vlaanderen: lust, zin, trek. Het woord is zeker niet nieuw. Walter de Clerck geeft in Nijhoffs Zuidnederlands Woordenboek (1981) al vindplaatsen uit de jaren zestig (Streuvels). Via het wielerjargon in de loop van de jaren tachtig ook in Nederland bekend geworden. De goesting is goed betekent dan dat men zin heeft om er tegenaan te gaan.
Van der Poorten: ‘De smaak wordt door de “goesting” bepaald. Renners die goed in hun vel zitten, eten alles wat de pot schaft.’ NRC Handelsblad, 25-07-97
Dan probeer ik toch te lachen, al kost het mij moeite, om de jongens weer goesting te geven. Elsevier, 23-08-97