NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Wittert van bloemendael, mr. adriaen

betekenis & definitie

WITTERT VAN BLOEMENDAEL (Mr. Adriaen), heer van Bloemendael, Lagewoert en in Sandambacht, geb. te 's Gravenhage 24 April 1742, gedoopt aldaar in de Jansenistenkerk, ald. overl. 13 Mei 1805; zoon van Adriaen Wittert van Valkenburg en Maria Gerarda Wittert van Hoogland (zie kol. 1479). Hij kocht de heerlijkheid Bloemendael bij Amersfoort, leenroerig aan den huize van Nyevelt, werd er 5 Maart 1771 mede beleend en erfde van zijn vader de ridderlijke hofstede de Lagewoerd met toorn, gragten, singels enz. waarmede hij minderjarig 28 Juli 1760 was beleend. Hij studeerde aan de Hoogeschool te Leuven in de philosophie en werd jansenistisch priester gewijd 17 Febr. 1765.2 Maart 1765 werd hij onder-pastoor van de kerk in den Oppert te Rotterdam. 7 Aug. 1771 werd hij ingeschreven aan de leidsche hoogeschool als ‘Haga Batavus Sacerdos Ecclesiae Romanae’ en promoveerde aldaar tot Doctor in de beide rechten 27 Jan. 1775 op een dissertatie: De religionis Christianae vi ad emendationem juris civilis.

Van 1775-1779 was hij jansenistisch pastoor te Leiden en aarts-priester van Rijnland. 20 Nov. 1777 promoveerde hij tot Doctor in de philosophie aan de hoogeschool te Harderwijk. 11 Juli 1779 werd hij te Leuven in de Kapel van het College van den Hoogen Heuvel, van jansenist, r.k. priester. 10 Mei 1784 werd hij door Monseigneur Ignatius Busca, aarts-bisschop bij den Pauselijken Stoel en pauselijk gezant te Brussel, benoemd tot pastoor te Beverwijk. Hij bleef dit tot 1791. In 1791 legde hij zijn waardigheid neder en trad uit de katholieke kerk om te huwen. Hij vestigde zich toen buiten Gouda op het buitenverblijf ‘Bijstad.’ Na den dood zijner echtgenoote bekeerde hij zich weder, ter gelegenheid waarvan een penning geslagen werd (aanwezig in het Kon. Penningkabinet).

Hij was lid van de Koninklijke Maatschappij van Wetenschappen. Hij was Administrateur van de fundatie, ten behoeve van behoeftige familieleden, welke 10 Juni 1591 gesticht was door zijne oud-tante jkvr. Agatha Bugge, dochter van JonckerDirck Bugge, veertigraad en schepen van Delft 1548, en Anna van Persijn.

Hij schreef 19 Juni 1796 te Gouda een brochure: Iets overhetstemrechtder Joden ter voorlichting van mijne land- en stadgenooten, nader ter overweging opgedragen aan de Nationale Conventie.

Hij werd 17 Mei 1805 in de St. Janskerk te Gouda begraven.

Hij huwde te Gouda 17 Juli 1792 Jacoba la Motte, geb. te Schoonhoven en overl. te Gouda 9 Febr. 1803 en begraven 12 Febr. in de St. Janskerk aldaar, dochter van Johannes la Motte en Johanna de Rooy.

Zijn portret op het kasteel ter Heyde te Vladsloo bij baron de Crombrugghe van Picquendale.

Zie: E.B.F.F. Wittert van Hoogland, HetgeslachtWittertvanHoogland (1912)214.

Wittert van Hoogland

< >