CABELJAU (Mr. Jonas) ofCabeljauw, geb. te Rotterdam 1632, ingeschr. te Leiden 15Jun. 1654.
Rechtsgeleerde en advocaat voor de beide Hoven van Justitie te 's Gravenhage, heeft hij zich bezig gehouden met letterkundige studiën en is de schrijver van: Treurbrieven derblakende Vorstinnen en Minnebrieven der Vorsten en Vorstinnen van P.Ovidius Nazo en Aulus Sabinus op gelijk getal van Vaarzen in Nederduitsch rijm overgezet (Rott. 1657). Hij overleed waarschijnlijk te 's Gravenhage 26 Nov. 1680 en P. de Neyn wijdde aan hem een lijkdicht met het opschrift ‘Stella scintillans occidit’. Veel adviezen van zijn hand staan in het Bellum iuridicum 59, 70 enz.Zie: P. de Neyn, Lusthofaerhuwelijken (Amst. 1681.); de Wal, Nalezingen.
van Biema