NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Adama, godfried

betekenis & definitie

ADAMA (Godfried), zoon van den predikant te Sneek, Petrus A., overl. te Pingjum 29 Aug. 1733; hij werd 1699 student te Franeker, promoveerde te Utrecht 18 Mei 1703 tot i.u. doctor op een diss. de Transactionibus, werd 1708 conrector der latijnsche school te Franeker en 21 Dec. 1712 bibliothecaris van de hoogeschool aldaar in plaats van J.L.E. Colerus, die afgetreden was.

Inmiddels had hij theologie gestudeerd (theol. candidaat 1706) en was van 1717 tot zijn dood predikant te Pingjum en Surich. Uitzijn huwelijk (1711) metTheodora Altena sproot o.m. een zoon Henricus, die volgt.Zie: Boekzaal 1733, II, 381; Vriemoet, Athen. Fris. 897; Vriemoet, Series Professorum Acad. Fris. 113.

Molhuysen

< >