NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Adama, henricus

betekenis & definitie

ADAMA (Henricus), zoon van den voorg., geb. 10 Sept. 1729 te Pingjum in Friesland, gest. te Zwolle 7 Juli 1797, van 1751-53 conrector aan de latijnsche school te Franeker, werd predikant te Huisum 21 Oct 1753, te Zwolle 17 Nov. 1762. Van hem verscheen een bedestondspredikatie: Gods ontzettendstrafgericht enz. door W.L.

Krieger en H.Adama (Zwolle 1784), die een herdruk beleefde. Hij was gehuwd met Hermijna Vos, die hem overleefde.Zie:Visscher en Van Langeraad, Het Protestantsche Vaderland I, 40. Knipscheer

< >