1) Duitsch. In de middeleeuwsche dichtkunst een samenstelling van drie strophen, bestaande uit twee „Stollen" en „Abgesang".
De beide „Stollen" hadden dezelfde melodie: het „Abgesang" vormde een tegenstelling. De vorm is dus a, a, b. Men vergelijke R. Wagners Die Meistersinger von Nürnberg, le acte, scène III (voorlezing der „Leges Tabulaturae" door Kothner).2) Eng. Maat. Bar-line is maatstreep.