liefdespaar - zelfstandig naamwoord
uitspraak: lief-des-paar
1. verliefd paar
♢ het liefdespaar stond in de gang te zoenen
Zelfstandig naamwoord: lief-des-paar
het liefdespaar
de liefdesparen
het liefdespaartje
Gepubliceerd op 14-11-2017
liefdespaar
betekenis & definitie