Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

kansel

betekenis & definitie

kansel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: kan-sel

1. hoog geplaatst soort balkon in de kerk
♢ de priester spreekt van de kansel tot het kerkvolk
1. hoe dichter bij de kansel, hoe rotter het hout (TB)
[priesters deugen niet]

Zelfstandig naamwoord: kan-sel
de kansel
de kansels
het kanseltje

< >