duo - zelfstandig naamwoord
uitspraak: du-o
1. twee mensen of dieren die bij elkaar horen
♢ de zanger en de gitarist vormden een duo
Zelfstandig naamwoord: du-o
het duo
de duo's
het duootje
Synoniemen
koppel, tweetal
Gepubliceerd op 14-11-2017
duo
betekenis & definitie