bewaren

betekenis & definitie

bewaren - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-wa-ren

1. zorgen dat het blijft
♢ bewaar jij al je liefdesbrieven?
1. z'n kalmte bewaren
[niet boos worden]
2. wie wat bewaart heeft wat
[het is verstandig om iets te bewaren voor als je het nodig hebt]

Regelmatig werkwoord: be-wa-ren
ik bewaar
jij/u bewaart
hij/zij bewaart
wij/zij/jullie bewaren
ik/jij/u/hij/zij bewaarde
wij/zij/jullie bewaarden
hij heeft bewaard
de/het/een bewaarde ....

Synoniemen
behouden, houden, opslaan, opsparen

Tegenstellingen
afdragen