Dorp, gelegen in het in de 12de eeuw ontgonnen gebied van de Noord-Kethelpolder en de Hollierhoekschepolder. Aan de oostzijde werd rond 1280 de Poldervaart gegraven.
Bij de op een verhoging gelegen kerk ontstond een kleine kern en eind 19de eeuw vormde zich een tweede kern rond de katholieke kerk bij het spoor. Nadat de gemeente in 1941 bij Schiedam was gevoegd, is Kethel aan Schiedam vastgegroeid.