Monumenten in Nederland: Zuid-Holland

Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven en Ronald Rommes (2004)

Gepubliceerd op 02-01-2020

De (Herv.) Grote of Jeroenkerk in Noordwijk-Binnen

betekenis & definitie

De (Herv.) Grote of Jeroenkerk (Voorstraat 44) is een driebeukige kruiskerk met vijfzijdig gesloten koor, aangebouwde sacristie (nu consistorie) en een ingebouwde westtoren van vier geledingen met balustrade en achtzijdige spits. De wonderbaarlijke vondst van de schedel van St.

Jeroen maakte Noordwijk tot een belangrijke bedevaartplaats. Uit het midden van de 13de eeuw stamt de met lisenen en keperfries versierde onderbouw van de toren.

Begin 14de eeuw (mogelijk 1311) werd de oorspronkelijk eenbeukige tufstenen kerk vergroot en kreeg de toren de met driepasboogfriezen uitgevoerde hogere geledingen. In de toren bevinden zich twee boven elkaar gelegen cachotten (gebruikt tot 1860) en twee klokken, de ene van Pieter Hemony (1677), de andere van Joannes Ouderogge (1690).

De oorspronkelijke stenen torenspits heeft men in 1791 vervangen door een nieuwe spits, die bij een restauratie in 1926 de huidige balustrade heeft gekregen.De huidige laat-gotische kerk kwam tot stand na een brand in 1449. Bij die vernieuwing raakte de oude toren ingebouwd. De zuidzijde van de kerk is rijker met natuurstenen blokken versierd dan de noordzijde; de steunberen aan de zuidzijde hebben smalle nissen met aan de onderzijde kraagsteentjes met gebeeldhouwde kopjes. De dakruiter op de viering dateert van 1764. De kerk is gerestaureerd in 1901-'04, onder leiding van H.J. Jesse, en opnieuw in 1970-'75, waarbij het zuidportaal weer is aangebracht en de raamtraceringen van de eerste restauratie versoberd zijn hersteld.

Het interieur wordt gedekt door houten tongewelven (hersteld rond 1975). Tot de inventaris behoren een hardstenen doopvont met vier gebeeldhouwde koppen (begin 16de eeuw), een bijzonder avondmaalsgestoelte (1636), een preekstoel (circa 1650; gerestaureerd 1904), een herenbank (1751) met door Francis Maas vervaardigd snijwerk en een door H. Knipscheer gebouwd orgel (1840; gerestaureerd 2000).

Verder bevat de kerk de rijk bewerkte laat-gotische grafzerken van Jan van der Boeckhorst († 1450) en Florys van der Boeckhorst († 1509) en hun echtgenotes, enkele spreukborden (1625 en 1638) en psalmborden (1682 en 1771), een epitaaf voor Johan van der Wijck († 1679) en een marmeren grafmonument voor de staatsman, historicus en dichter Jan van der Does of Janus Dousa († 1604), vervaardigd in 1792 door J. Luraghi en J. Knabiaan. Aan de zuidzijde van de toren is een 12de-eeuwse zandstenen sarcofaag opgesteld.