Woonhuizen. Behalve de hiervoor genoemde huizen zijn er in de binnenstad van Vlissingen ondanks de zware oorlogsschade en ingrijpende saneringen verschillende oude huizen bewaard gebleven, soms achter jongere gevels.
Merendeels zijn het diepe huizen en verder enkele dwarse huizen en verschillende grotere herenhuizen. Een van de oudste huizen is het van 1581 (jaartalankers) stammende dwarse huis Beursstraat 41 (voorheen 9).
De 18de-eeuwse gepleisterde lijstgevel van dit pand heeft een doorgang met 16de-eeuwse zandstenen korfboog voorzien van bewerkte consoles en gebeeldhouwde draagsteentjes. Het diepe huis Bellamypark 35, dat grotendeels nog de vroeg-16de-eeuwse structuur heeft, is tot 1594 als gerechtshof in gebruik geweest.Van de behouden gebleven vroeg-17de-eeuwse dwarse huizen zijn Sarazijnstraat 13 en 15 opvallende voorbeelden. De uitgekraagde verdiepingen rusten op een puibalk ondersteund door bewerkte consoles. Het in gele baksteen uitgevoerde metselwerk is versierd met banden en ontlastingsbogen in rode baksteen. Het van 1625 daterende (later gepleisterde) dwarse huis Groenewoud 74 is voorzien van maniëristisch gesneden lofwerk in de vensterstijlen en de poortomlijsting. De dwarse huizen Walstraat 30 (1624) en Walstraat 92 (1627) hebben later een lijstgevel gekregen.
Bij de 17de-eeuwse diepe huizen komen trapgevels veel voor. Zo heeft Nieuwstraat 17 een trapgevel met natuurstenen speklagen. Andere zijn opgetrokken in gele baksteen met decoratieve elementen in rode baksteen. Karakteristieke voorbeelden zijn die van Molenstraat 55 (1631), Palingstraat 44 (1651), met kruiskozijnen, en Walstraat 91 (1645), met puibalk en overhoekse toppilaster. Verder de van 1655 (jaartalankers) daterende gevels van Walstraat 28, met kruiskozijnen en een hardstenen bol als gevelbekroning, en Walstraat 86 met rijk siermetselwerk. Uit dezelfde tijd zijn Branderijstraat 22-24, Nieuwendijk 17 en Vrouwestraat 41-43.
De drie trapgevels van Vrouwestraat 3-7 dateren respectievelijk van 1635, 1630 en 1629. Nieuwendijk 15 heeft een (geheel herbouwde) zeer rijk versierde trapgevel met een rondboogfronton als bekroning en in natuursteen uitgevoerde banden, waterlijsten, voluutvormige hoekvullingen en cartouches met leeuwenmaskers en de wapens van Zeeland en Vlissingen. Voorbeelden van later gecementeerde of gepleisterde trapgevels zijn te zien bij Hellebardierstraat 5, Groenewoud 49 (1589) en 101 en Walstraat 26 en 93.
Rond 1970 heeft men in de binnenstad diverse panden of gevels daarvan verplaatst. De gevels van de drie buurpanden op het Plein Vierwinden zijn in 1968 vanuit de Kolveniersstraat verplaatst naar de huidige locatie. Vanuit de Noordstraat overgebracht zijn de gevel van Groenewoud 55 en de trapgevel van het 17de-eeuwse pand Molenstraat 47. Het van 1661 daterende dwarse huis Groenewoud 73 is in 1969 vanuit de Scherminkelstraat overgebracht.
Bij diverse 17de-eeuwse huizen is de trapgevel later afgetopt en vervangen door een kroonlijst, zoals bij Hellebardierstraat 4 en Hellebardierstraat 6 (1650). Het 17de-eeuwse pand Bellamypark 13 heeft aan de voorzijde een gepleisterde lijstgevel met de jaartalsteen ‘1624’ en aan de achterzijde een trapgevel. Ook Nieuwstraat 25 (1650) heeft een gepleisterde lijstgevel. Het huis Bellamypark 23 bezit een in schoonmetselwerk uitgevoerde lijstgevel. Een ingezwenkte lijstgevel hebben Nieuwstraat 13 het woonhuis van Michiel de Ruyter en zijn derde vrouw Anna van Gelder (getrouwd 1652) -, Nieuwstraat 23, met achter een trapgevel, Nieuwstraat 25 en 29 (1614) en Smallekade 3, 9 en 11. In de loop van de 18de eeuw kregen steeds meer diepe huizen een (later) gepleisterde lijstgevel met eenvoudige kroonlijst.
Voorbeelden hiervan zijn Beursstraat 12 en 21-27 (voorheen 3), Bellamypark 21, 27 en 31. Het in de kern oudere dwarse huis Wilhelminastraat 73 met zijtrapgevels kreeg midden 18de eeuw een nieuwe lijstgevel aan de voorzijde.
Een 18de-eeuwse kroonlijst met decoratieve consoles en panelen heeft de gevel van Bellamypark 139-143 (voorheen 43). Bij de aan de rechterzijde overbouwde gang bevindt zich een deuromlijsting met consoles en rozetvormig bovenlicht in Lodewijk XIV-stijl. Rijker van vorm is het rond 1750 in Lodewijk XV-stijl uitgevoerde Mauritzhuis (Hendrikstraat 12), een gepleisterd breed herenhuis met hoekpilasters, kroonlijst met gesneden consoles en een licht risalerend en rijk versierd pronkrisaliet. De lijstgevel in Lodewijk XV-stijl van het herenhuis Edenburg (Bellamypark 3) dateert van 1771 en heeft een natuurstenen plint, een kroonlijst met gesneden consoles en een asymmetrisch pronkrisaliet. Rijk gedetailleerd in Lodewijk XV-stijl zijn de kroonlijst met fries en consoles van Bellamypark 32 en de brede lijstgevel van Beursstraat 1, voorzien van een kroonlijst met consoles met bladornament en een gesneden voordeuromlijsting.
Ook in de 19de eeuw werden diverse gevels van oudere diepe huizen gemoderniseerd. Sobere neoclassicistische voorbeelden uit circa 1860 zijn Groenewoud 107 (voorheen 59-61), Groenewoud 113, met aan de bovenhoeken afgeronde vensteromlijstingen, en het hoekpand Bellamypark 2 met een voor die tijd karakteristieke afgeronde gevelhoek. Gepleisterde huizen met sobere eclectische vormen uit dezelfde tijd zijn Bellamypark 36, het dubbelpand Nieuwstraat 53-55 en Groenewoud 58, waarvan de deurpartij met zijlichten 18de-eeuws is. Rijker en met gebosseerde hoekpilasters uitgevoerd is Groenewoud 50. Voorzien van een volledig gebosseerde bepleistering zijn de uit circa 1870 daterende eclectische gevels van Smallekade 5, Wilhelminastraat 75, Groenewoud 59 en Nieuwstraat 122 (voorheen 44); de twee laatste panden hebben een 16de-eeuwse kern. Een gebosseerde bepleistering hebben verder het brede herenhuis Hendrikstraat 4 (circa 1880) en nog iets rijker uitgevoerd Badhuisstraat 95.
Opvallend zijn de consoles met vrouwenfiguren onder het balkon van Beursplein 9 (circa 1880). Het beste eclectische voorbeeld is het herenhuis Bellamypark 19, gebouwd in 1881 naar ontwerp van W. van Lookeren. De gebosseerde benedenverdieping is voorzien van cartouches met engelenkopjes, de hoofdverdieping van fantasiepilasters en de tweede verdieping van paneellisenen en decoratieve zuiltjes.
Een afwijkende eclectische variant met jugendstil-invloeden is het drielaagse huis Bellamypark 22 (circa 1910). Laat-19de-eeuwse huizen in neorenaissance-stijl zijn in Vlissingen vooral te vinden aan de in 1895 aangelegde Badhuisstraat, waar veelal panden met beneden- en bovenwoning werden gebouwd. Het rijkste voorbeeld is Badhuisstraat 67-69, verder Badhuisstraat 47 en 71-73, en iets soberder Badhuisstraat 17 en 53-59. Uit circa 1900 dateren de panden Badhuisstraat 97-103 en 165-171, voorzien van een mansardedak en neorenaissance-details.
De beste voorbeelden van jugendstil in Vlissingen zijn de wit gepleisterde huizen Spuistraat 59-65, gebouwd in 1910 naar plannen van P.F. Smagge voor Belgische loodsen. Opvallend zijn de hoger opgetrokken hoekpartijen, de erkers en balkons met gietijzeren hekwerken en de in rood op het lichte pleisterwerk aangebrachte geometrische versieringen. Het in 1905 (gedenksteen) opgetrokken huis Koudekerkseweg 100 heeft een ijzeren balustrade langs de dakrand en een cirkelboog bij de voordeur. In 1905-'06 tot stand gekomen naar een jugendstil-ontwerp van A.P. Swinkels is Koudekerkseweg 102, met in de gevel een klaverbladvormige boog en daarboven een driepas met gekleurde tegels.
Combinaties van jugendstil- en neorenaissance-elementen zijn toegepast bij diverse huizen in de buurt van de Scheldestraat, zoals Scheldestraat 34-38, 46 en 52 en Kasteelstraat 90-108 en 198-208. Verschillende van deze huizen hebben opvallend gekleurd siermetselwerk dan wel bijzondere, veelal in natuursteen uitgevoerde, gevelbeëindigingen. Een aardig voorbeeld van wederopbouw is ten slotte Koningsweg 51, een woonhuis met garage van 1949.