Gepubliceerd op 02-01-2020

St.-Ewouds- en St.-Elisabethsgasthuis in Wijk bij Duurstede

betekenis & definitie

(Oeverstraat 21). Van dit in 1400 door Willem, heer van Abcoude en Duurstede gestichte gasthuis resteert nog een belangrijk deel.

De ten opzichte van de rooilijn terugliggende hoofdvleugel met trapgevels en zadeldak met klokkentorentje, werd in de 15de eeuw gebouwd.De voorgevel is later voorzien van schuifvensters en een pleisterlaag. Een ziekenzaal besloeg de gehele verdieping en is voorzien van een balklaag met sleutelstukken met peerkraalprofielen. Op de begane grond heeft het hoofdgebouw een open verbinding met de aan de achterzijde uitgebouwde, 15de-eeuwse kapel. Deze is voorzien van een eiken kap met opengewerkt tongewelf. De naast de kapel gelegen vroeg-16de-eeuwse zijvleugel met houten tongewelf, werd vermoedelijk eveneens als ziekenzaal gebruikt. Deze vleugel vormt de verbinding met een nogal gewijzigd bouwdeel, het oudste deel van het gasthuis.

Het dateert mogelijk nog van vóór de stichting van het gasthuis. In dat gebouw, nu een apart woonhuis (Walplantsoen 24), bevinden zich een halfverzonken kelder met troggewelven op gordelbogen, een balklaag met mogelijk laat-14de-eeuwse korbeelstellen en een balklaag met houten renaissance consoles. Van een uitbreiding van het complex in 1871 resteert alleen nog het aan de rooilijn gebouwde pand met eclectische vormgeving rechts van de hoofdvleugel. De geblokte bakstenen pijlers van het 18de-eeuws hek droegen de, inmiddels verdwenen, beelden van St.-Ewoud en St.-Elisabeth. Tot 1970 is het complex in gebruik geweest als bejaardenhuis, daarna is het gesplitst in een kantoor en woningen.