Gepubliceerd op 02-01-2020

Scholen in Zeist

betekenis & definitie

De tuchtschool voor meisjes (Utrechtseweg 37) werd in 1905 ontworpen door de hoofdingenieur voor de gevangenissen en gerechtsgebouwen, W.C. Metzelaar, in een aan de overheidsbouw aangepaste chalet-stijl.

Aan het begin van de jaren negentig is het ingrijpend verbouwd.Wat vormgeving betreft, is het vergelijkbaar met het Rijks Opvoedings Gesticht te Amersfoort. Het Blindeninstituut (Prins Alexanderweg 78) is een gebouw op U-vormige plattegrond in neobarokstijl, uit 1910. De Amsterdamse architect C.B. Posthumus Meyjes ontwierp het. Het internaat van het Christelijk Lyceum (Krakelingweg 10) verrees in 1920 naar ontwerp van G. van Hoogevest. Het heeft een waardevolle ingangspartij in expressionistische vormen en is getooid met symboliek die verwijst naar het ontluikende jongensleven.

Het beeldhouwwerk is van de hand van W.C. Brouwer. De indeling van het interieur is nagenoeg geheel in originele staat en bevat veel tegelwerk en ornamenten in terracotta. Omstreeks 1930 heeft men het internaat uitgebreid met een directeurswoning. Het Christelijk Lyceum zelf (Lindenlaan 23) werd in datzelfde jaar ontworpen door J. en Th. Stuivinga in klassiek-traditionele vormgeving.

De muziekschool annex woonhuis (Henriëtte van Lijndenlaan 6-8) is een blokvormig pand met afgeronde hoek op een stedenbouwkundige markante plaats, naar ontwerp van G.Th. Rietveld uit 1932. Andere interessante scholen zijn: de MULO (Prof. Lorentzlaan 16) uit 1917 in neoklassieke trant ontworpen door gemeentearchitect J. Meerdink, de openbare ULO (Choisyweg 2) uit 1921 en het in 1931 als Herv. lagere school (Nicolaas Beetslaan 2) door Van Velze-Oskam ontworpen schoolgebouw, een voorbeeld van kubistisch-expressionisme.