Gepubliceerd op 02-01-2020

Landhuizen in Baarn

betekenis & definitie

Villetta (Jacob van Lenneplaan 55), een villa in neoclassicistische vormen, werd van 1893 tot 1900 bewoond door K.L.M. Alberdingk Thijm (Lodewijk van Deyssel) en zijn vrouw.

Met geld dat ze hadden gekregen bij hun koperen bruiloft, bekostigden ze een nieuw landhuis: De Bremstruik (Waldeck Pyrmontlaan 26). Dit pand verrees in 1901 naar plannen van K.P.C.de Bazel, waarschijnlijk na intensief overleg met de schrijver. In één van zijn artikelen betoogt de schrijver dat een huis behaaglijk moet zijn en dat de verlangens van de opdrachtgever zwaarder moeten wegen dan de vormopvattingen van de architect. Landhuis 't Spijker (Smutslaan 1) heeft twee verdiepingen en een grote kap. De ontwerper was J.C. van Epen. Dezelfde architect ontwierp in 1907 het landhuis Lijsterhof (Ferdinand Huycklaan 9). Meer nog dan beide vorige landhuizen is De Dennenhof (Rugters van Rozenburglaan 1) een voorbeeld van een landhuis in Engelse stijl.

Het huis, uit 1909, is een ontwerp van J.W. Hanrath. L.A. Springer ontwierp de tuin. Majestueuzer is het landhuis Carpe Diem (Van Lenneplaan 57) uit 1912-'13, naar plannen van C. de Groot uit Hilversum. Uitgaande van een vierkante plattegrond verrees in 1929 het landhuis Eemnesserweg 98, een ontwerp van G. van Bronkhorst.

Het heeft een groot rieten tentdak. Het opmerkelijkste voorbeeld van een landhuis is wel het op een cirkelvormige plattegrond ontworpen en met een parabolisch, rieten dak gedekte landhuis Nicolaas Beetslaan 48. In 1933 werd het voor M. de Zwart gebouwd in laat-expressionistische vormen, naar ontwerp van architect A.H. van Wamelen uit Leusden.