Gepubliceerd op 02-01-2020

Kasteel Zuylen in Oud-Zuilen

betekenis & definitie

(Tournooiveld 1) is een vroeg-16de-eeuws kasteel, dat Jacob Marot, zoon van Daniël Marot, in 1751 moderniseerde. Daarbij kreeg het zijn huidige gedaante en U-vormige plattegrond.

Bij recente opgravingen vond men ten zuidwesten van het kasteel de funderingen van een zware stenen woontoren, mogelijk van het in 1247 genoemde Huis van Gijsbert van Zuylen. Dit kasteel werd in de 14de eeuw uitgebreid met een zaalgebouw en moet omstreeks 1422 zijn verwoest.Pas in het begin van de 16de eeuw lieten Willem van Rennenberg en Cornelia van Culemborg het kasteel, met uitzondering van de woontoren, op de oude fundamenten herbouwen. Het vernieuwde kasteel bestond uit een noord- en een oostvleugel; in de oostvleugel was op de bel-etage de ingang. Een weermuur maakte het geheel tot een rechthoek, met op de hoeken slanke, boven de slotgracht uitkragende achtkantige torens. Later in de 16de eeuw voegde men aan de noordzijde een driedelige uitbouw toe. In 1751 werd aan de zuidkant van de noordvleugel een nieuwe gevel opgetrokken, met daarachter een nieuw trappenhuis. In het midden van deze gevel maakte men de nieuwe ingang.

De oude, dichtgemetselde ingang aan de oostzijde is nog met een gevelsteen aangeduid. De westelijke vleugel werd verbouwd en de zuidelijke weermuur afgebroken. Ten behoeve van een ruimere toegang tot het kasteel dempte men een deel van de zuidelijke slotgracht. Zo ontstond een nieuw symmetrisch front met naar voren uitgebouwde vleugels. Door het rechttrekken van gootlijsten en het herplaatsen van vensters verkreeg men gelijkmatig ingedeelde gevels.

In het interieur zijn de wanden van de grote zaal bekleed met tapijten uit de werkplaats van Maximiliaan van der Gught uit Delft (1670). Voorgesteld zijn boslandschappen met tropische vogels en andere dieren, doorzichten en kastelen. Vergelijkbare tapijten hangen in huis Gunterstein te Breukelen en in het Bartholomeüsgasthuis te Utrecht. In twee ruimtes van de 16de-eeuwse aanbouw bevinden zich schilderingen van omstreeks 1670. De eetkamer bezit een uitzonderlijke portrettengalerij.

Een vroeg-16de-eeuwse poort geeft toegang tot de voorburcht. Het gebouw heeft een verdieping en een hoog schilddak, een kruisribgewelf en gebeeldhouwde kraagstenen. Het vertoont in zijn detaillering veel gelijkenis met het stadhuis van Culemborg, dat Rombout II Keldermans in 1634 bouwde in opdracht van de zwager van Rennenberg. Op het voorplein staan twee bouwhuizen, waarvan er één deels uit laat-middeleeuws metselwerk bestaat. Ten zuiden daarvan ligt een boerderij. Ten noorden van het kasteel wordt de tuin afgescheiden door een omstreeks 1735 gebouwde slangemuur, die nabij de Hervormde kerk zuidwaarts buigt en aan het andere uiteinde in een ronde vorm sluit.

Buiten de gracht ligt een laat-19de-eeuws koetshuis. Ten zuiden van het kasteel heeft men begin 19de eeuw het formele park in landschapsstijl veranderd.