(Middenstraat 20) staat op een door een brede sloot omgeven rechthoekig kerkhof. De kerk bestond vóór 1808 uit de huidige westtoren, een eenbeukig schip en een driezijdig gesloten koor.
In dat jaar ontstond echter een rechthoekige preekkerk door afbraak van het koor en verlenging van het schip. Deze kerk werd gepleisterd en voorzien van nieuwe rondboogvensters en een houten tongewelf.Bij de ingrijpende restauratie in 1952-'53 breidde men de kerk uit met twee dwarsarmen. De buitenmuren werden ontdaan van hun bepleistering en kregen een nieuwe baksteenschil met daarin rondboogvensters. De 15de-eeuwse toren, waarvan de ingesnoerde spits in 1967 is vernieuwd, telt twee geledingen. Van de eerste hebben de zijgevels rechthoekige spaarvelden, de tweede heeft zowel kleine rondboogopeningen als spitsboogvormige, gekoppelde galmgaten in overeenkomstige nissen. In de toren hangen in een vernieuwde klokkenstoel nog twee oude luidklokken; de een dateert vermoedelijk uit het begin van de 15de eeuw, de ander werd door Henricus de Borch gegoten in 1512. De kerk bevat een 17de-eeuwse kansel, versierd met boogpanelen, ruiten en gegroefde pilasters, 17de-eeuwse herenbanken, een koperen lessenaar (1708) en twee koperen kronen (1699 en 1808).
Het orgel werd in 1868 door H. Knipscheer te Amsterdam vervaardigd en in 1968 gerestaureerd.