Monumenten in Nederland: Overijssel

R. Stenvert, C. Kolman en Ben Olde Meierink (1998)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Landhuizen in Boskamp

betekenis & definitie

Landhuizen. In de omgeving van de Boskamp ligt een aantal buitenplaatsen en landhuizen.

Groot Hoenlo (Diepenveenseweg 1) is een ten zuiden van de Boskamp gelegen voorm. havezate. In 1368 werd hier in opdracht van Wolter Machoris een versterkt huis gebouwd.

Johan van Laar liet omstreeks 1460 een onderkelderd huis bouwen. De kern van de hoofdvleugel aan de noordzijde gaat hier nog op terug.

Kort na 1624 werd het in opdracht van Gerrit van Laer verbouwd. In 1692 kwam het in bezit van Rutger van Haersolte.

Zijn zoon Arent liet het huis inwendig verbouwen. Mogelijk zijn toen ook 17de-eeuwse uitbouwsels aan de zuidzijde uitgebreid tot vooruitspringende vleugels.

Gerbrand Johan Wyborgh kocht het goed in 1763.Mogelijk dateert de landschappelijke parkaanleg uit deze tijd. In 1802 kwamen J. Teding van Berkhout en zijn vrouw J. Boreel de Mauregnault in het bezit van het huis en een ‘engels bosch met water’. Jhr. W.H.

Teding van Berkhout en zijn vrouw J.P.S. van der Wijck lieten het huis in 1895 ingrijpend verbouwen naar plannen van J.J. van Nieukerken. Aan de noordoostzijde werd toen een toren toegevoegd. Beide vooruitspringende vleugels werden door middel van een nieuw middendeel met klokgevel in neo-Lodewijk XV-vormen tot één geheel gemaakt. Inwendig ontstond hierdoor een hal geflankeerd door een eetzaal en een grote salon. In 1904 en 1906 volgden verdere verbouwingen. De hal heeft een hoge lambrisering en een schouw met zandstenen zuilen, beide 19de-eeuws.

Van het balkenplafond is één balk omkleed met stucwerk, versierd in Lodewijk XVI-vormen. Naast de trap is eveneens stucwerk aangebracht met decoraties in Lodewijk XVI-stijl. Verder bevat het huis onder meer enkele schouwen in Lodewijk XVI- en rococo-stijl en 18de- en 19de-eeuwse lambriseringen en stucwerkplafonds. In 1911 werd de tuinaanleg aangepast naar plannen van L. Springer en plaatste men een midden-18de-eeuws smeedijzeren toegangshek tussen twee gebeeldhouwde natuurstenen hekpalen met schildhoudende leeuwen, afkomstig van Souburg op Walcheren.

Omstreeks 1985 is het huis verbouwd en opgedeeld in luxe-appartementen. Tot het landgoed behoort een kleine boerderij met het jaartal 1784 (Molenweg 4) en een stal, koetshuis en koetsierswoning (Diepenveenseweg 3-5) uit 1895 naar plannen van J.J. van Nieukerken.

In de nabijheid staat de hofstede Klein Hoenlo (Oude Allee 4), een mogelijk 18de-eeuwse boerderij, waarvan het woongedeelte in 1890 in opdracht van jhr. mr. P.J. Teding van Berkhout werd verbouwd tot een landhuis in neoclassicistische vormen. Spijkerbosch (Spijkerbospad 7) ligt in een bosrijke omgeving ten oosten van de Boskamp, op een gedeeltelijk omgracht terrein. Het is een rechthoekig gepleisterd fors gebouw met omlopend schilddak. De hardstenen voordeurpartij is in het fries gedateerd 1659.

Het houten sierstuk met cartouche en fronton daarboven is waarschijnlijk uit dezelfde tijd. Het huis heeft in de 18de eeuw een verbouwing ondergaan en kreeg omstreeks 1850 in opdracht van graaf Van Limburg Stirum een neoclassicistisch aanzien. In 1906 werd het bewoond door G.W.W.C. baron van Höevell tot Nijenhuis, oud-gouverneur van Celebes. De Haere (Haereweg 6-8) is een ten zuiden van de Boskamp gelegen voorm. havezate. In 1559 was er sprake dat Hendrik van Oldeneel hier een huis liet bouwen. In het begin van de 17de eeuw en omstreeks 1685 moet dit huis zijn verbouwd en van vooruitspringende vleugels voorzien.

In 1746 werd de havezate aangekocht door de Deventer wijnkoper Arnoldus van Suchtelen. Zijn zoon J. van Suchtelen die er in 1768 kwam wonen, liet het omstreeks 1778 ingrijpend verbouwen waarbij de hoofdvormen van de 16de- en 17de-eeuwse bouwvolumes bewaard zijn gebleven. Bij de verbouwing ontstond een omgracht hoofdgebouw met twee vooruitspringende vleugels, waartussen een portiek en balkon. De lichte risaliet aan de westzijde en de geblokte hoekpilasters wijzen op sobere Lodewijk XVI-vormen. In 1847 kwam het huis aan jhr. C.L.A.

Smissaert en in 1868 ging het geheel over in handen van P.G. Voûte. Deze laatste liet onder meer een dakruiter en aan de noordzijde een torenkamer in neoclassicistische vormen toevoegen. In 1901 kwam het aan jkvr. C.F. Teding van Berkhout en F.W. des Tombe.

Het interieur bevat onder meer laat-18de-eeuwse en 19de-eeuwse stucwerkplafonds, stucwerkdecoraties, schouwen en diverse betimmeringen. Op de eerste verdieping is een opvallend schouwtje met dubbele ranke zuiltjes en een met stucwerk versierde boezem in neoclassisistische vormen. Het landgoed kwam in 1962 in bezit van de gemeente Deventer, die het in 1986 onderbracht in de Stichting IJssellandschap. Het huis ligt in een mogelijk laat-18de-eeuwse tuinaanleg die omstreeks 1870 werd aangepast. Naast het huis staat een koetshuis met stalling, schuur en dienstwoning uit omstreeks 1870 (Haereweg 4). Ten zuidoosten daarvan werd in 1870 als tuindecoratie een ruïne-folly opgericht voor P.G.

Voûte, bestaande uit een ronde toren van het donjontype met schietgaten en eraan vast een rechthoekige uitbouw met kantelen en de aanzet van een boog. Aan de IJsseldijk staat een, in 1866 als portierswoning in ‘Zwitsersen’ stijl aangeduid gebouw (Haereweg 2). In opdracht van C.L.A. Smissaert werd het in 1858 gebouwd als rentmeestershuis. Het heeft gebosseerde bakstenen pilasters en een flauw getoogde loggia met balkon.